Motorreisgids – Roemenië – wegen om voor te sterven
Het is midden in de zomer in Roemenië en ik ga bijna dood.
Stormwinden gieren tussen de lantaarnpalen door en geselen me met horizontale regenbollen terwijl ik met moeite mijn zwaarbeladen Honda Varadero motorfiets over de kasseien in bedwang houd. Ik ben op weg naar het centrum van Boekarest en zou willen dat ik ergens anders was.
Ik word omringd door automobilisten met zelfmoordneigingen die met hun bumpers tegen mijn motor aan rijden, en ik moet uitwijken voor niet omheinde greppels vol kolkend bruin overstromingswater. Dan zie ik dat het wel degelijk kan…
De auto voor me steigert, stort neer en schuift opzij als hij een obstakel op de weg raakt. Nu zie ik wat het is: glinsterende stalen tramrails die de weg onder een hoek van 45 graden kruisen. Deze rails steken maar liefst zes centimeter boven het wegdek uit.
“Mijn God!” jammer ik, “ze kunnen toch niet verwachten dat we daar overheen rijden?”
Ik realiseer me dat er geen alternatief is en ga op de voetsteunen staan, net als er een bel naast me rinkelt. Een snelle blik naar links bevestigt mijn ergste vrees. Het is een tram. Hij steekt de weg over op het moment dat ik de rails raak. Er is geen tijd om te stoppen. Ik ga sterven.
Er zijn momenten in het leven dat je een snelle beslissing moet nemen. Ik draai de gashendel van de Varadero open en de grote V-twin schiet vooruit. Terwijl ik mijn motor op het laatste moment draai om het natte staal bijna haaks te raken, slingeren, botsen en crashen we eerst over één en dan over twee gladde rails.
Wonder boven wonder zit ik nog op de motor, sta ik nog rechtop en heeft de tram me gemist. Oef! Dan herinner ik me mijn vrouw Viv, die op haar Honda Transalp vlak achter me rijdt. Mijn God!
Ik draai me om en kijk net op tijd over mijn schouder om te zien hoe ze haar motor over de rails stuitert, een paar meter voor de oprukkende tram. Door een wonder hebben we het allebei gered.
Veel anderen hadden niet zoveel geluk. Toen we de volgende dag vanuit een overstromingshotel in het naburige Bulgarije naar het nieuws keken, ontdekten we dat de verschrikkelijke storm huizen, wegen en bruggen had weggespoeld. Auto’s, vrachtwagens, bussen en voetgangers waren meegesleurd in de bijbelse zondvloed. In totaal kwamen 62 mensen om het leven door overstromingen, omvallende bomen of blikseminslag. Duizenden anderen raakten dakloos.
Wat deden wij, een stel sullige grootouders, daar op de fiets doorheen? Waren we gek?
Het antwoord was duidelijk JA. Maar we waren gek met een motief. We waren vanuit ons huis in Norfolk vertrokken om de overzeese projecten van de Britse liefdadigheidsinstelling voor kinderen EveryChild te bezoeken en zo hopelijk wat publiciteit te krijgen voor hun goede werk.
Geïnspireerd door Ewan McGregor en Charley Boorman’s Long Way Round reis, toen ze Unicef-operaties in Oost-Europa bezochten, dachten we dat we iets soortgelijks konden doen, maar dan zonder de tv-ploeg, fixers, medici en ondersteunende voertuigen. We wisten dat we onderweg 12 landen zouden aandoen en zo’n 5000 mijl zouden afleggen, maar we hadden geen idee wat ons te wachten stond.
Voor meer details van deze belachelijke reis – harig, eng en vaak hilarisch – lees dan het boek over onze reizen. Het is getiteld ‘Beyond Bucharest: Motorcycle Adventure Travel’ van Bob Goddard en bevat talrijke kaarten en foto’s in kleur en zwart-wit.